Begin augustus kwamen zo’n 180 landen samen in Genève om te onderhandelen over een wereldwijd verdrag dat de plastic-crisis moet aanpakken. Arno Doggen, Head of Developmentvan River Cleanup, was erbij. Het doel van de onderhandeling was om een verdrag te sluiten om de steeds erger wordende plasticvervuiling een halt toe te roepen door bindende maatregelen te treffen doorheen de volledige levenscyclus van het plastic, van plasticproductie tot afvalverwerking. Helaas konden de verschillende landen niet tot een akkoord komen. De conclusie van deze ronde van onderhandelingen is spijtig genoeg dezelfde als die na de vorige top in december 2024 in Busan: beter geen verdrag dan een zwak verdrag.
Planet vs Profit
De INC-5.2 conventie in Genève was samengeroepen omdat de top in Busan, Zuid-Korea, eind vorig jaar niet de gewenste uitkomst had opgeleverd. Toen al waren de verschillende landen duidelijk in twee kampen verdeeld, namelijk de ambitieuze landen of de ‘High Ambition Coalition (HAC)’ en de olieproducerende landen of de ‘Like Minded Group (LMG)’ gesteund door de fossiele industrie. Helaas bleven de breuklijnen en pijnpunten dezelfde in Genève. De ambitieuze landen willen graag een verregaand akkoord afsluiten waarbij de volledige levenscyclus van het plastic mee in rekening wordt genomen. Zij willen bindende afspraken maken over het verbieden van bepaalde producten gemaakt uit wegwerpplastic en van bepaalde gevaarlijke chemicaliën. Daarnaast willen ze ook de productie van nieuwe plastic limiteren en zo dus vroeg in de levenscyclus van plastic ingrijpen. Plastic die nooit geproduceerd is kan immers ook niet vervuilen. Zonder maatregelen wordt de wereldwijde plasticproductie geschat te verdrievoudigen tegen 2060, en dus ook het plasticafval. Om de afvalstroom, en het plasticprobleem in het algemeen, beheersbaar te houden, vinden deze landen het belangrijk dat de productie van plastic wordt beperkt. Ook willen deze landen plastic-crisis niet enkel bekijken als een milieuprobleem, maar ook expliciet de gezondheidsrisico’s voor ons mensen benoemen in het verdrag. Deze boodschap wordt niet enkel gebracht door de High Ambition Coalition en NGO's, maar ook door de The Scientists’ Coalition for an Effective Plastics Treaty, die zo'n 450 wetenschappers uit 65-70 landen vertegenwoordigt. In een verklaring beschrijven ze plasticvervuiling als een bedreiging voor de gezondheid van mensen en ecosystemen, voor mensenrechten en voor klimaatstabiliteit, en zeggen ze dat alle bovenstaande maatregelen cruciaal zijn om plasticvervuiling tegen te gaan.
Tegenover de ambitieuze landen staat een blok van olieproducerende landen zoals de Verenigde Staten, Saudi-Arabië, Iran, Rusland, India... en de industrie. Zij zien liever een zwakker verdrag zonder bindende afspraken en productielimieten. Een verdrag dat enkel focust op afvalverwerking en recyclage. Hun doel is om de wereldwijde vraag naar olie hoog te houden. Door de productie van plastic op te voeren willen deze landen anticiperen op een verlaagde vraag naar olie door een verdere vergroening van energieproductie en elektrificatie van het wagenpark. Maar door de productie niet te verminderen, zal de vervuiling erger worden en blijft ook recyclage achterwege, waardoor ze dus zelfs hun eigen niet-ambitieuze doelen ondermijnen. Zoals Thomas de Groote, oprichter van River Cleanup, het bij La Libre zegt: “Zolang de productie van nieuwe plastic ongelimiteerd blijft, zal gerecycleerd plastic nooit concurreren qua prijs of kwaliteit.” Omdat er nog op veel plekken in de wereld te weinig recyclage infrastructuur is en omdat nieuw plastic zo goedkoop is, wordt wereldwijd maar ongeveer 9% van het plastic gerecycleerd. De rest wordt verbrand of komt terecht op stortplaatsen of in de natuur.
“Zonder drastische reductie aan de bron blijven we dweilen met de kraan open. Producenten brengen jaarlijks miljoenen tonnen nieuw plastic op de markt, vaak onder groene claims of in zogenaamd duurzame varianten. Als het verdrag niet ingrijpt op die productiegolf, verandert er fundamenteel niets.” - Arno Doggen, Head of Development River Cleanup
Recycleren is geen oplossing
Hoewel meer recyclage een verbetering zou zijn, is het spijtig genoeg ook geen oplossing. Het aantal keer dat plastic kan worden gerecycleerd is zeer beperkt. In de praktijk wordt plastic vaak slechts 1 of 2, met veel geluk 3 keer, gerecycleerd, alvorens de kwaliteit van het plastic te slecht wordt om het originele product opnieuw te maken. Dit komt doordat het plastic wordt opgewarmd, waardoor de polymeerketens afbreken en het plastic zwakker en troebeler wordt. Om het plastic weer sterker te maken, wordt vaak ook nieuw plastic aan gerecycleerd plastic toegevoegd. Na die paar recyclagecycli moet het plastic worden gedowncycled, wat wil zeggen dat het plastic wordt gebruikt voor iets waar minder kwaliteitsvol plastic nodig is, zoals een fleecetrui of auto-onderdelen. Deze spullen kunnen meestal niet meer verder worden gerecycleerd. Door enkel in te zetten op recyclage zal er dus nog steeds een enorme hoeveelheid plastic nodig zijn, waarvan een groot deel nog steeds op stortplaatsen en in de natuur zal terechtkomen, met de gekende gevolgen voor zowel mens als natuur. Daarom roepen we bij River Cleanup mensen op om zoveel mogelijk herbruikbare alternatieven voor plastic te gebruiken (bekijk zeker onze database!) en pleiten wij voor een sterk verdrag waarin producten van wegwerpplastic worden verboden.
Plastic in ons lichaam
In tegenstelling tot wat olieproducerende landen beweren, is een sterk verdrag, dat plasticproductie aan banden legt, noodzakelijk. Enkel inzetten op recyclage gaat het probleem niet oplossen, zelfs al zou morgen alle plastic correct worden ingezameld en goed worden gerecycleerd. Doortastende oplossingen voor de plastic-crisis zijn echter van primordiaal belang. Zoals iedereen weet, heeft plasticvervuiling verregaande gevolgen voor biodiversiteit en natuur in het algemeen, maar ook wij mensen ontkomen niet aan de plastic die we produceren. Plastic heeft immers ook een enorme invloed op ons lichaam. Plasticpartikels zijn overal en deze (micro- en nano-)plastic dringt ons lichaam binnen via het water dat we drinken, het voedsel dat we eten en zelfs de lucht die we inademen. Studies hebben al aangetoond dat er plastic zit in heel het menselijk lichaam, van de hersenen tot in de placenta - zelfs ongeboren baby’s komen er dus mee in contact. Wetenschappers hebben het plastic in ons lichaam in verband gebracht met verschillende gezondheidsproblemen zoals kanker, verstoring van de hormoonbalans, onvruchtbaarheid, Parkinson en Alzheimer. Plasticvervuiling is dus niet enkel een milieucrisis, maar ook een gezondheidscrisis, en River Cleanup pleit ervoor, samen met 1000 wetenschappers, dat dit ook expliciet wordt erkend in het plasticverdrag.
Op naar een sterk verdrag
Een sterk verdrag dat plasticproductie limiteert, wegwerpplastic zo veel mogelijk verbiedt en de gezondheidsrisico’s van plasticvervuiling erkent is van primordiaal belang voor mens en planeet.
Als River Cleanup ijveren wij dus voor een zo sterk mogelijk verdrag, dat in lijn ligt met wat de originele opdracht voor de onderhandelingen, namelijk een bindend verdrag sluiten dat plasticvervuiling tegengaat in de gehele levenscyclus van het plastic, van productie tot afvalverwerking. We roepen alle landen op om de noodzaak hiervan te erkennen en om ons gemeenschappelijk belang als mensheid te laten primeren over persoonlijk gewin.